Talrijke paden doorheen onze Vlaamse natuur heten je welkom. Soms vlak, soms hoogteverschillen, soms zanderige of modderige paden, singletracks en technische stukken, je komt ze onderweg allemaal tegen. Natuur en Bos roept wel uitdrukkelijk op om op de voorziene paden te blijven. Enkel zo kan iedereen nog lang genieten van de natuur. De boswachters merken echter dat mountainbikers er zich niet altijd bewust van zijn waarom je op sommige plekken mag fietsen en op andere plaatsen MTB-ers dan weer ‘geweerd’ worden. We fietsen dan ook met enkele boswachters van Natuur en Bos door hun ervaringen.
Jean-Pierre, heb jij in jouw gebieden vaak te maken met mountainbiken?
“Zeker. Ik ben boswachter in de ruime omgeving rond Gent. De natuur is er aan de schaarse kant en de recreatiedruk hoog. Dat betekent dat je vaak moet wikken en wegen. De vraag om te kunnen mountainbiken is me absoluut niet vreemd. In de mate van het mogelijke proberen we altijd zo goed mogelijk af te wegen welke recreatievormen waar mogelijk zijn in onze bos- en natuurgebieden.”
Hoe komt het volgens jou dat er soms wel eens wrijvingen zijn?
“Het doel van natuurbeheer, zowel de rol die Natuur en Bos speelt, maar evengoed ook natuurverenigingen, is kwetsbare natuur beschermen. Dat wil natuurlijk zeggen dat we die natuur in eerste instantie moeten behouden, waar het kan uitbreiden en in de meeste gevallen ook kwalitatief verbeteren. Dat is een grote en moeilijke uitdaging in het volgebouwde, dichtbevolkte Vlaanderen. Als daar dan nog eens veel én vaak erg verschillende recreatievragen bij komen, moet je erg veel gaan afwegen. En dat maakt het niet altijd even gemakkelijk.”
Voor de natuur is het vaak erg belangrijk dat bezoekers, en zeker fietsers, op de aangeduide wegen blijven. Waarom?
“Ik begrijp dat de impact van wandelen, fietsen of ruiteren op de natuur niet altijd meteen duidelijk is voor elke bezoeker. Maar toch is het belangrijk om zich aan die voorziene paden te houden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de Europees beschermde bosanemoon en boshyacint. Deze lentebloeiers zorgen in het voorjaar voor een mooi tapijt van witte en paarse bloemetjes. Maar zelfs als deze soorten nog niet in bloei staan, zijn ze erg gevoelig voor betreding. Stap of fiets je op dat moment over hun wortels, dan verschijnen ze niet meer in het daaropvolgende voorjaar. Meer nog, ze komen nooit meer terug. In een ideale situatie groeit zo’n bloementapijt elk jaar één cm bij, wat betekent dat de bestaande plekken waar we die planten zien vaak honderden jaren oud zijn. Het is dan ook rampzalig als er illegale paden door deze bestanden lopen.”
Zijn het vooral kwetsbare planten die te lijden hebben onder deze recreatiedruk?
“Neen, zeker niet enkel planten. Sommige amfibieën, zoals bijvoorbeeld de alpenwatersalamander, kruipen regelmatig weg in (karren)sporen op wegen. Als je daar dan doorheen rijdt, is de overlevingskans voor deze dieren natuurlijk erg klein. Als we weten dat er bepaalde kwetsbare beschermde vogels broeden nabij een pad, gaan we soms ook een route tijdelijk omleiden om er de verstoring te verminderen.”
We begrijpen dat de impact van wandelen, fietsen of ruiteren op de natuur niet altijd meteen duidelijk is voor elke bezoeker.
Merk je nu meer problemen met sluikpaadjes of te veel recreatie in het algemeen?
“Mensen zijn het afgelopen jaar natuurlijk veel meer naar buiten gekomen en gaan sporten in de natuur in hun buurt. Dat is ook erg positief. Maar een nieuw probleem dat we merken, is het delen van gereden parcours via allerlei platformen zoals Strava, Komoot,... Op deze platformen worden trajecten gretig gedeeld. Het wordt echter problematisch als deze parcours allerlei paden gebruiken die niet voor MTB bestemd zijn, maar bv. enkel voor wandelaars of gewoon nieuwe paden creëren. Op deze manier worden sommige waardevolle leefgebieden van dieren en planten ernstig verstoord. Vanuit alle boswachters dus een vriendelijke maar kordate oproep om de officiële paden te volgen.”
Guy, ik kan me voorstellen dat mountainbiken in de duinen een aparte aanpak vergt.
“Klopt. In de duinen proberen we betredingsgevoelige zones te vermijden. Ik denk dan aan de Europees beschermde grijze duinen of mosduinen. Het duinsterretjesmos is zo’n speciale soort die daar groeit. We proberen dan ook zo veel mogelijk paden aan te leggen in de rand van de duingebieden. We gaan dan eerder een pad aanleggen door bijvoorbeeld ruimte te creëren doorheen struweelbestanden. Je zou het misschien niet verwachten in de duinen, maar op enkele plaatsen groeien daar zeer zeldzame orchideeën. Die vallen niet meteen op als plant maar zijn beschermde, zeer zeldzame planten, die we moeten beschermen.“
Hebben jullie soms problemen met wildrijden in de duinen?
“In de Plaatsduinen en Simliduinen reden de mountainbikers tot voor kort overal doorheen. Met de aanduiding en afbakening van mountainbikepaden - in nauwe samenwerking met de lokale sportdiensten – hebben we daar alvast een mooi aanbod gecreëerd. Ook in de Duinbossen van De Haan werd ondertussen een mooi MTB-aanbod gecreëerd. Het blijft een zoektocht naar een evenwicht zodat de draagkracht van een bepaald natuurgebied niet overschreden wordt. In eerste instantie worden de mogelijkheden en de verschillende recreatievormen vastgelegd bij de opmaak van een beheerplan voor een bepaald gebied. Daarbij hoort een goedgekeurde toegankelijkheidsregeling, die legt de verschillende recreatievormen vast. Bij de opmaak van zo'n beheerplan en toegankelijkheidsregeling betrekken wij altijd de plaatselijke gemeentelijke diensten en houden we zoveel mogelijk rekening met de vragen die er lokaal leven. Het is vaak een moeilijke oefening om al deze wensen te verzoenen met de natuurwaarden en de draagkracht van onze natuur- of bosgebieden. Voor het uitstippelen van mountainbikeparcours gaan we meestal ook te rade bij Sport Vlaanderen.”
Wetgeving en toegankelijkheid
Een Besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2008 regelt de toegankelijkheid van de natuurreservaten en alle bossen in Vlaanderen. De basisregel is eenvoudig: voetgangers mogen alle paden gebruiken. Alle andere categorieën recreanten, waaronder ruiters en fietsers, verkrijgen slechts toegang tot een bepaald domein door een goedgekeurde toegankelijkheidsregeling voor dat domein. Zo’n regeling beschrijft welke categorie bezoekers welkom is op welke paden en in welke zones. Een toegankelijkheidsregeling bestaat uit een kaart, een reglement en signalisatie op het terrein. De Vlaamse minister van Leefmilieu keurt ze goed na een uitgebreide adviesronde en een openbaar onderzoek.
Een ander verhaal horen we bij boswachter Danny uit de Antwerpse kempen. In de omgeving van Essen was er al een mooi aanbod aan bewegwijzerde mountainbikeroutes, enkele zelfs grensoverschrijdend.
“Maar de lokale MTB-school en de gemeente Essen waren op zoek naar een locatie voor een technische lus. En zo kwamen ze bij de boswachter terecht. Het gloednieuwe technische parcours in de Wildertse duintjes is alvast een mooi voorbeeld van samenwerking tussen de VVV van Essen, Sport Vlaanderen, Natuur en Bos én last but not least de MTB-school met een groep gedreven vrijwilligers. Ik werd als boswachter van in het prille begin betrokken bij de plannen van de realisatie van dit MTB-parcours. Dit zorgt ervoor dat je vanaf het prille begin kan aangeven welke zones het meest geschikt zijn en welke het best vermeden worden omwille van de natuur.”
In de Achterste en Wildertse duintjes is er veel te beleven: een grote vrij toegankelijke zone, een grote hondenzone, een educatief pad… Hoe combineer je dit met een nieuw (technisch) parcours om te mountainbiken? Wat waren dan specifieke aandachtspunten bij de realisatie?
“We wilden de recreatiedruk op de Achterste duintjes, die aansluiten op de Wildertse duintjes beperken. Tegelijk wensten we, omwille van de veiligheid, de recreatievormen zoveel mogelijk te scheiden. Daarom werd het technisch parcours uiteindelijk aangelegd in de buitenste rand van het aanpalende domein, de Wildertse duintjes. Er wordt gebruik gemaakt van heel wat single tracks. De paden zijn er ook verboden voor wandelaars. Het technisch parcours is ongeveer 6 km lang en maakt dus deel uit van een grotere MTB-lus. Door het MTB-parcours in de buitenste rand van het gebied aan te leggen, vrijwaren we een groot middendeel waar vrij unieke landduinen liggen. Dat is een erg zeldzaam reliëf dat we moeten beschermen. In dat centrale deel werden al reeën en een boommarter gespot.”
In het parcours werden dus ook enkele extra technische snufjes voorzien?
“Vrijwilligers legden enkele natuurlijke hindernissen aan die zij ook zullen onderhouden. Het peterschap van het parcours ligt bij de MTB-school en het parcours wordt alvast gesmaakt door jong MTB-talent Seppe Van Hoydonck.”
Ik kan me voorstellen dat het een moeilijk evenwicht is tussen de natuurwaarden en de vele vormen van recreatie.
“Dat klopt, en we proberen dat ook op een grotere schaal – in een ruimere omgeving – te bekijken. In mijn ogen hebben we er een circuit aangelegd met respect voor zowel de natuur(waarden), de andere bosbezoekers als de MTB’er. De technische natuurlijke uitdagingen komen tegemoet aan de vraag vanuit het sportveld en kunnen op deze manier wat druk wegnemen van andere mooie en kwetsbare natuurgebieden in de omgeving. Het is soms een verhaal van geven en nemen.”
Het blijft een zoektocht naar een evenwicht zodat de draagkracht van een bepaald natuurgebied niet overschreden wordt.
Gedeeld gebruik versus single tracks
Indien het terrein het toelaat worden de recreatiestromen zo veel mogelijk gescheiden. Zo kunnen er op sommige plaatsen bijvoorbeeld ook single tracks aangelegd worden. Door de vele categorieën recreanten zullen bepaalde paden en wegels echter dikwijls gedeeld moeten worden. Daarom is hoffelijkheid zeer belangrijk, een wederzijds begrip tussen wandelaars en mountainbikers is in deze cruciaal. Er is nood aan een gedragsverandering in beide richtingen.
Heel andere geluiden hoorden we afgelopen maanden over de Klaverberg in Genk. Daar verhinderde Natuur en Bos recent dat er nog gecrost kan worden in de Opglabbekerzavel.
De boswachters- en arbeidersploeg die er werkzaam is, bevestigt dat serieuze ingrepen noodzakelijk waren om de zeldzame en waardevolle wintereikstoven te vrijwaren. Boswachter Jan: “Een aantal mountainbikers hadden tal van illegale paden gecreëerd. Op die plek groeien stokoude wintereiken op stuifduinen. Die zijn zo waardevol en relatief uniek in Vlaanderen dat ze absoluut beschermd moeten worden. Sommige eiken zijn wel 800 jaar oud. Die oude bomen fixeren het zand van de waardevolle stuifduinen. Als daar dan voortdurend overheen gefietst wordt, verdwijnt de natuurlijke strooisellaag van blaadjes, mos en takken, dan erodeert het zand, en komen de wortels bloot te liggen. En dan zijn zowel de bomen als die stuifduinen gedoemd om te verdwijnen.”
Waren er in dat natuurgebied plots moeilijkheden?
“Neen, die kwamen niet uit de lucht gevallen natuurlijk. Het gebeurt wel vaker dat er her en der illegale sluikpaadjes ontstaan. Wij begrijpen erg goed dat veel natuurgebieden een heel mooi kader bieden om te mountainbiken. En dat het natuurlijk reliëf heel aantrekkelijk is om te fietsen. Maar het is onze taak als natuurbeheerder om die natuur te beschermen, zeker als die op Europees niveau erg waardevol en uniek is. Soms moeten wij dan erg moeilijke beslissingen nemen. In Opglabbekerzavel hebben we eerst meerdere weekends ter plaatse mensen geïnformeerd en gesensibiliseerd over wat mocht, niet mocht en waarom. Als er dan niks wijzigt, moet je uiteindelijk beslissen om het parcours fysiek te verhinderen.”
Hoe moet het daar nu verder?
“Er wordt een totaalplan uitgewerkt voor de omgeving om ervoor te zorgen dat er nog meer plaatsen komen met een uitdagend aanbod voor mountainbikers. We bekijken met meerdere partners welke recreatievormen waar mogelijk zijn. In een natuur- of bosgebied gaan we altijd zoveel mogelijk de verschillende recreatieve mogelijkheden van elkaar scheiden, dit vooral omwille van veiligheid. Zo vermijd je ook confrontaties tussen bijvoorbeeld een ruiter en een mountainbiker, of een wandelaar.”
Aanbod aan MTB-paden
Tot nog toe werden al veel inspanningen geleverd om interessante paden open te stellen voor MTB. In de domeinen van Natuur en Bos liggen bijna 4.000 km fietspaden. Waar de omgeving het toelaat worden zelfs technisch uitdagende parcours aangelegd. Sport Vlaanderen richtte al meer dan 8.000 km aan routes in voor MTB’ers, opgesplitst in verschillende categorieën. Ook andere besturen en lokale overheden kunnen inspanningen doen. We verwijzen naar de aanleg van een avontuurlijk parcours door de gemeente Beringen op een voormalige mijnterril. Recent werden ook een aantal interessante parcours aangelegd in de kustduinen. Het aanbod groeit dus en door het slim inschakelen van de buurtwegen in combinatie met het gebruik van restgronden zijn er nog heel wat mogelijkheden.