Sport Vlaanderen pakt uit met een mountainbikenetwerk dat grote delen van Vlaanderen bestrijkt. Elke lus uit het netwerk heeft zijn eigen peter of meter, die instaat voor de controle en het onderhoud van de route. Wij gingen fietsen met Marc Duquet, peter van de mountainbikeroute in Overmere. De Broekbosroute betekent voor Marc veel meer dan enkele blauwe en groene pijltjes. Hij zag er zijn droom in vervulling gaan.
Min vijf graden, geeft de thermometer aan. We bevinden ons op de parking bij de sporthal van Overmere, het officiële vertrekpunt van de Broekbosroute. Toegegeven, een timing pal in de ijsweek was wellicht niet ideaal om deze route te verkennen. Mountainbiken in een diepvries. Ik ben bezorgd om uitstekende lichaamsdelen en om de gladde plekken die er ook off-road zullen zijn. Anderzijds: een sneeuwlandschap legt met zijn feeërieke taferelen ook enkele mooie troeven op tafel. De mountainbikeroute van Sport Vlaanderen is gelegen ten noorden van de Scheldeboorden en doet verschillende trekpleisters aan. Het Donkmeer, de Gratiebossen en de Kalkense Meersen, om er enkele te noemen. De route is bovendien aangesloten op omliggende routes in Wetteren, Laarne of Wichelen. Voor mij is de regio eerder onbekend. Ik zie ernaar uit om die te ontdekken.
Marc Duquet is ook van de partij. Hij stond mee aan de wieg toen de Broekbosroute in 2006 geboren werd en is sindsdien de peter van deze route. Marc organiseerde afgelopen winter met zijn club ook een Flandrienrit. Het traject is dat van de VTT die de club jaarlijks organiseert. Om de regio te verkennen, beslissen we deze route te rijden die ongeveer dezelfde paden volgt als de uitgepijlde mountainbikeroute.
“Een WTC moet meer doen dan enkel op zondag een lokaal rondje rijden”, vindt Marc. “We moeten als club ook instaan voor de promotie van onze eigen regio als fietsstreek en van het fietsen in het algemeen.” Het begin van de route gaat over enkele kasseistroken en bredere dreven. De regio biedt ook heel wat troeven voor gravelfietsers en dat wordt meteen kracht bijgezet. “De ondergrond is hier doorsnee natter dan bij de buren van Lokeren of Zele”, geeft hij me mee.
“Het ontwikkelen van een route is een werk van lange adem. Vijftien maanden heeft het geduurd.”
Als peter fietst Marc elke maand plichtsgetrouw de route, samen met zijn compagnon Freddy Van Driessche en Jos Permentier. Ze checken dan samen of alle pijlen nog goed staan en repareren ze indien er afwijkingen geconstateerd worden. “Twee jaar geleden kregen we te maken met een heuse plaag van vandalisme. De paaltjes begonnen plots te verdwijnen en soms werden vijzen van de pijltjes losgedraaid en omgekeerd terug vastgezet. Het is echt niet te geloven dat mensen zich daarmee bezighouden. Voor grotere herstellingen, zoals het plaatsen van een nieuwe paal, krijgen we wel steun van de gemeente.”
Het ijs kraakt onder onze wielen. “Opgelet, ijs!”, is een wat ongebruikelijke uitroep onder fietsers. We rijden het Donkmeer voorbij en de plek waar Greg en Oli wel eens een koffie durven drinken na een rit met de Parelvissers. We fietsen door de Gratiebossen die hun naam te danken hebben aan de Bende van Jan Praet, die voorbijgangers in het bos zonder ‘gratie’ overviel. Even verder is er – ik geloof m’n ogen niet – een duiker die onder een dun ijslaagje het water in gaat. Zijn maat zit op de oever met een touw, dat hem de weg moet tonen. De oever is vertrappeld en bevroren, dit stukje fietst echt moeizaam vandaag.
Algemeen gesproken uit de route zich als vlot rijdend in een mooi landschap. De techniciteit is beperkt. “Ik heb een droom kunnen verwezenlijken”, vertrouwt Marc me trots toe. Overmere en Berlare hadden één van de oudste routes in het netwerk. Het was mijn droom om ze eens grondig onder handen te kunnen nemen. ‘Ooit komt dat wel in orde’, kreeg ik lang te horen. En nu is het er wel degelijk van gekomen. We zijn op zoek gegaan naar nieuwe stukken om te gebruiken, er was een groot potentieel. Nieuwe kerkwegels, de binnendijk en de mooiere stukken van het Donkoeverpark. Van de twaalf voorstellen die ik deed werden er negen weerhouden, waaronder zelfs een passage over een schuin dak.
Ook onze regio heeft veel te bieden aan wie houdt van fietsen in de natuur. Ik fietste in de buurt van Leuven en Heverlee, nabij de kazerne, allemaal prachtige tochten. Het is daar trouwens behoorlijk pittig. Ook de Antwerpse Kempen verbazen me met hun fantastische trajecten op een droge zandgrond. Ik ben echter zeker dat de liefhebbers ook van onze vlakke natuurpracht zullen genieten. De officiële route van Sport Vlaanderen wordt nu meer dan vijftig kilometer lang, dat is meer dan tien kilometer extra. Ze zal ook een startpunt in Berlare krijgen.”
Ondertussen blijft het wel opletten. Geen enkele bocht kan je in vol vertrouwen nemen want overal kan een bevroren plas je in een oogwenk onderuit halen. Modderstroken die bereden werden toen alles drassig lag, vertonen nu diepe hardgevroren groeven. Gravelbanden zouden het hier met hun dunnere banden lastig krijgen vandaag. Onze brede mountainbikebanden zijn erg vergevingsgezind, al loopt het ook niet altijd vlot. Op het veld naast ons heeft een vader een slee aan zijn trekhaak gebonden. Met de jeep draait hij rondjes met twee dolgelukkige kinderen die meeglijden. Het is niet druk en de aanwezige wandelaars zijn net als ons goed geluimd. De ‘goedendags’ vliegen in het rond.
We passeren de plek met de klinkende naam ‘Riekend Rustpunt’. Het dankt zijn naam aan het transport van beer en mest over water, van stad naar platteland. ‘Van stadsstront naar zandgrond’, heet de tentoonstelling. Verder rijden we voorbije Berlare Broek, het oostelijke deel van de Scheldemeander. In het noorden zien we de turfput, die verwijst naar het oorspronkelijk doel: turfwinning. Het domein van zes kilometer lang bestaat verder vooral uit bos, doorspekt met moerassige gebieden en meer dan vijftig afzonderlijke vijvers
“De nieuwe route is een pareltje waar ik trots op ben.”
Ondertussen doet Marc me het proces van zo een route-update uit de doeken. Het is een werk van lange adem, zo blijkt. “Vijftien maanden heeft het geduurd. Dan spreek ik van het moment dat er beslist werd om er voor te gaan, tot de effectieve verwezenlijking. In de beginfase kregen we een vragenlijst toegestopt en werd er een kritische foto van de route gemaakt. Samen met Freddy, Jos en ook Davy ging ik samenzitten en trokken we op pad om nieuwe stroken te gaan verkennen. Eens de gemeenten ook het licht op groen hadden gezet, begon een lange fase. Die van het onderzoeken op welke eigendomen er gereden werd, wie de eigenaars waren. Er volgden vergaderingen met alle partijen samen en alle vergunningen moeten bekeken worden. Voor de definitieve goedkeuring zijn we de route officieel gaan voorstellen aan alle betrokkenen en werden we bestookt met allerhande vragen. Pas drie maanden later kregen het verlossende antwoord. ‘Yes, you can!’ Dan moeten nog alle bepijlingen bestudeerd en besteld worden. Zoveel groene pijlen, zoveel blauwe pijlen. De levering daarvan is voorzien voor maart. In mei 2021 volgt dan de officiële opening van het nieuwe traject.”
We fietsen ondertussen door een paar mooie bossen, rijden enkele keren langs de oever van de Schelde, en kruisen de Oude Schelde. Het laatste stuk van de route loodst ons doorheen, of is het langs, de Kalkense Meersen. “De Kalkense Meersen stemmen me een beetje droevig”, vertelt Marc hierover. “Het is in mijn ogen een triest verhaal. Het is hier een waar paradijs waar we eigenlijk nog veel meer kunnen uithalen. Ik zou graag, samen met Agentschap voor Natuur en Bos, nadenken over een fietstraject met oog voor de natuur.
Zeer jammer dat we daar niet in geslaagd zijn.” Dromen vervullen is mooi. Marc kijkt echter vooruit en durft al een nieuw puntje op zijn bucketlist te zetten. “Ik ben erg tevreden dat ik mijn droom heb gerealiseerd. De nieuwe route is een pareltje waar ik trots op ben. Zou het niet fantastisch zijn om samen met alle aanpalende routes één grote organisatiedag op poten te zetten?” Zelfs het motto heeft hij al in zijn hoofd. “Mountainbiken in Vlaanderen, geniet van je eigen regio”.