Wie stilstaat, gaat achteruit. Dat geldt niet alleen voor sporters, ook voor hun entourage. Ook door het Centrum Ronde van Vlaanderen in Oudenaarde blaast een nieuwe, frisse wind. “Waar we nu zitten, is het te klein”, zegt directeur Geert Joris. Een gesprek over het Centrum Ronde van Vlaanderen 2.0.
In 2003 won Peter Van Petegem een tweede en laatste keer Vlaanderens Mooiste door Frank Vandenbroucke in de sprint te kloppen. De aankomst lag toen nog in Ninove. Toch is het niet in Meerbeke dat twee maanden eerder het Centrum Ronde van Vlaanderen werd geopend. Op een fietslengte of tien afstand van de markt van Oudenaarde werd in een modern gebouw een nieuwe verzameling foto’s, documentatie en materiaal over het Vlaamse wielermonument ondergebracht. Het accent lag heel erg op een invulling als museum. De grootste beleving toen was dat je als bezoeker op een fiets op rollen een kasseirit kon simuleren.
Bijna twintig jaar later heeft het Centrum Ronde van Vlaanderen een hele metamorfose ondergaan. In 2016 nam Geert Joris de fakkel als directeur over van Rik Vanwalleghem en stippelde een nieuwe koers uit. “We worden geconfronteerd met een perceptieprobleem. Mensen denken nog altijd dat we een museum zijn. Terwijl we daar allang van afgestapt zijn. We willen een belevingscentrum pur sang zijn. Een soort hub waar mensen die iets met fietsen te maken hebben terechtkunnen. Dat kan een bezoek aan de tentoonstelling zijn, maar evengoed komen ze langs om gebruik te maken van onze andere diensten.”
“Niet alleen ingezet, ook versterkt. De brasserie zat wat in een hoek weggeduwd, die is nu meer één geheel met de rest van het CRVV. De shop was een museumshopje en is uitgegroeid tot een volwaardige winkel waar fietskleding en allerhande fietsspullen verkocht worden. We proberen niet in concurrentie te gaan met andere fietswinkels. Je kan hier geen fiets kopen, maar op zondagmiddag kan je bij ons wel terecht voor een nieuwe binnenband.”
“Mensen denken nog altijd dat we een museum zijn. Terwijl we daar allang van afgestapt zijn. We willen een belevingscentrum pur sang zijn.”
“In het begin werden daar vragen over gesteld. ‘Is dat wel wat wij moeten doen?’ Nu horen we uit veel hoeken dat mensen voor de huur van een goede koersfiets naar ons verwezen worden. In het begin dachten we dat vooral buitenlanders daarvan gebruik zouden maken. Dat ligt nog altijd rond de 60 procent, maar 40 procent wordt door Belgen gehuurd. Dat zijn mensen die hun eigen fiets misschien niet goed kunnen vervoeren of liever niet met eigen materiaal over de kasseien komen dokkeren. Opstappers, starters die eens een koersfiets willen uitproberen, zien we hier ook.”
“Wij wachten op de politieke beslissing over onze nieuwe locatie. Het Centrum Ronde van Vlaanderen blijft niet hier. Het is te klein, verre van ideaal om te kunnen inzetten op beleving. Wij hebben kleedkamers en douches, maar niet voldoende. We hebben een andere infrastructuur nodig. Effectief verhuizen doen we wellicht ten vroegste in 2025. Als het van mij afhangt, komt er in dat nieuwe gebouw geen afzonderlijk museumgedeelte. Ik wil af van het concept dat het een ruimte is waarvoor je apart moet betalen. Ik zou veel liever hebben dat mensen over het hele gebouw verspreid unieke stukken kunnen zien. We hebben nu de fiets staan waarmee Alberto Bettiol de Ronde van Vlaanderen in 2019 gewonnen heeft. Evengoed kunnen we eens een hoogtechnologische, nieuwe fiets te kijk stellen. Maar die hoef je niet in een aparte ruimte te plaatsen. Als we gedaan krijgen dat mensen langer blijven en meer verbruiken, kunnen we misschien nog meer op eigen benen staan en minder afhankelijk zijn van subsidies. Helemaal zonder subsidies, dat zal nooit kunnen. Zelf breiden we de collectie niet meer uit. Als ons nu nog spullen worden aangeboden, dan verwijs ik liever door naar KOERS in Roeselare, dat een expliciete opdracht heeft om te collectioneren, te archiveren en aan wetenschappelijk onderzoek te doen. Als we iets nodig hebben, vragen wij het dan wel aan KOERS. Zelf wil ik meer inzetten op onze toeristische taak.”
Zorgen die veranderingen ervoor dat de grote bezoekersaantallen niet meer geconcentreerd zitten rond de voorjaarsklassiekers alleen?
“Maart en april zijn onze topmaanden, dat klopt. Tijdens het weekend van De Ronde passeren hier makkelijk 1000 tot 2000 mensen. Het échte seizoen begint voor ons in april, mei. We weten wie de bezoekers zijn die langskomen op weekdagen en in de weekends. We kunnen inschatten wie de mensen zijn die tijdens vakantieperiodes of verlengde weekends op bezoek komen. Daardoor kunnen we beter inzetten op de programma’s om die mensen nog meer aan te trekken.”
“Maart en april zijn onze topmaanden, dat klopt. Tijdens het weekend van De Ronde passeren hier makkelijk 1000 tot 2000 mensen.”
“Klopt. Dat is een samenwerking met Toerisme Vlaanderen die sinds vorig jaar loopt. Voor ons is dat een belangrijke challenge. Wie erin slaagt, krijgt een plek op onze Wall of Fame. In de winter lag dat wat stil. Tijdens het echte fietsseizoen komen elke dag meerdere mensen binnen die hun steentje vragen om aan de Wall of Fame te hangen. Ik denk dat er nu ongeveer 600 steentjes hangen. Daar zitten veel buitenlanders tussen.”
“Dat is onze actie waarbij een onbekende renner een tijd neerzet op een bepaald parcours in de Vlaamse Ardennen. Fietsers moeten proberen de tijd op de verkeersluwe Strava-segmenten te kloppen. Niet op het totale traject, want dan krijg je onveilige situaties. Vorig jaar werd Nikolas Maes, ploegleider bij Lotto Soudal, ontmaskerd als de Styxx. Dit jaar doen we dat opnieuw. Alleen onze eventverantwoordelijke weet wie de nieuwe Styxx wordt. Zelfs ik weet het niet, dan kan ik me ook niet verspreken. Wielertoeristen die hun kans wagen, kunnen naast eeuwige roem een stevig prijzenpakket winnen. Vorig jaar zat daar een fietsvakantie in Calpe bij. Het nieuwe parcours moeten we nog bekendmaken. Je kans wagen, kan van april tot september.”
“We zijn een parcours in spelvorm aan het uitwerken. Je vertrekt aan het CRVV, maar je kent je bestemming niet. Aan de hand van het spelelement en de vragen die je moet beantwoorden onderweg krijg je een volgend stuk van je parcours. Met verworven codes kan je een schatkist kraken. De Vlaamse Ardennen als escaperoom. Er wordt nog aan gewerkt, maar het wordt iets speciaals. Er komen verschillende fietsafstanden. Ben je getraind, kan je voor 80 kilometer gaan. Families kunnen kiezen voor een parcours van 20 kilometer. Ook niet-fietsers kunnen meedoen in een deux-chevaux.”
“Hier in de buurt was het aanbod beperkt. Zeker voor absolute beginners. Het idee is gegroeid uit wat we zelf constateerden. En dat is dat heel veel mensen denken dat ze kunnen fietsen, maar het in de praktijk niet kunnen. Het gaat over simpelweg opstappen en niet weten hoe je met de hendels moet schakelen. Los daarvan zijn er veel mensen die de basisvaardigheden van zich voortbewegen op twee wielen niet kennen. Dat je, bijvoorbeeld, op mulle ondergrond zeker moet blijven trappen om recht te blijven.”
“Dat zijn diverse pakketten, maar meestal is dat op maat. Als een groep na een teambuilding bij ons in huis nog een groepsrit van twee uur wil maken, kunnen we dat aanbieden. Anderzijds willen we ook ritten à la carte aanbieden voor toeristen. Op voorhand ritten afficheren, zoals je in de Amerikaanse wildparken ziet uithangen: een aanbod van verschillende gegidste rondleidingen verspreid over de dag met elk een ander thema. Elke dag hetzelfde aanbod, 7 dagen op 7. Voor toeristen is dat ideaal omdat we een nauwe samenwerking hebben met de logies in de Vlaamse Ardennen. We hebben intussen een 40-tal ambassadeurs en die bieden onze pakketten aan hun gasten aan. Die krijgen dan korting bij de huurfietsen of een bezoek aan de tentoonstelling.”
“In maart brengen we een menumagazine uit. Twee keer per jaar zullen we het menu van de brasserie veranderen. Dat nieuwe menu wordt gelardeerd met diverse artikels. Stephanie Scheirlynck, die heeft meegewerkt aan de vernieuwing van de kaart, zal artikels schrijven over voeding. Er komen recepten in. En ik heb ook de Nederlandse wielerjournalist Thijs Zonneveld kunnen strikken. Het magazine is alleen verkrijgbaar hier. Het wordt niet verdeeld. De bedoeling is wel dat mensen het meenemen naar huis. Het mag maximaal gejat worden. Daarnaast denken we na over een eigen podcast.”
“We hebben diverse pakketten voor groepen, maar meestal is dat op maat. Als een groep na een teambuilding bij ons in huis nog een groepsrit van twee uur wil maken, kunnen we dat aanbieden.”
“Het heeft op zich niks met het onderwerp te maken. Ik was wel met cultuur bezig, maar het is niet zo dat ik een grote boekenkenner ben. Oké, je moet voeling hebben met de materie. Ik was al een wielerliefhebber, maar ik ben niet de grote Ronde van Vlaanderen-specialist. Ik omring me wel met mensen die daar veel van kennen. Op basis van hun kennis kan ik dan weer strategische beslissingen nemen. In eerste instantie noem ik mezelf een transitiemanager, die zich bezighoudt met het veranderen van een organisatie. Het sprak me enorm aan dat het CRVV een internationale uitstraling heeft. Ik kan uitwerken hoe ik het voor die buitenlanders interessanter kan maken om tot hier te komen. Het gaat ook over de uitstraling voor Vlaanderen en de Vlaamse Ardennen. Of nog ruimer: hoe kunnen wij ons aanvullend verhouden tot andere wielercentra in Vlaanderen zonder concurrenten te zijn. Zoals KOERS, het Wielercentrum Eddy Merckx en het Sven Nys Cycling Center. De hub-functie mee uitwerken, vind ik dan weer strategisch heel interessant.”
Een transitiemanager. Wil dat zeggen dat je vertrekt, zodra het CRVV staat waar je wil dat het staat?
“Inderdaad, dan ben ik weg. Zo heb ik het altijd gedaan. Maar ik ben al 61. Aan een groot, nieuw project zal ik niet meer beginnen. Maar het is hier nog niet afgelopen, hoor.”
“Ik ben daarmee begonnen in 2005 en gestopt in 2020. Ik ben een van de pleitbezorgers geweest voor meer veiligheid in de koers. Helemaal in het begin had ik het gevoel dat seingevers soms een zootje ongeregeld waren. Zat de vrouw achter op de motor meer foto’s te nemen dan wat anders. Tot grote ergernis van beroepsfotografen en terecht. Dankzij de inspanningen van enkele mensen is de aanpak van mobiele seingevers ongelooflijk veranderd en verbeterd. Anderzijds merkte ik bij mezelf dat ik, door in Oudenaarde te komen werken, minder met de motor reed. Ik stond niet meer in de file op weg naar het werk, dus het voordeel van rijden met de motor viel weg. Omdat ik minder kilometers deed, kreeg ik in 2020 het gevoel dat ik mijn motor niet meer helemaal onder controle had. Je moet één zijn met je motor. Hij moet een stuk van jezelf zijn. En toen was er het ongeval met Stig Broeckx. Ik blijf erbij dat de betrokken motards niet veel te verwijten valt. Het was een samenloop van omstandigheden. Het heeft er wel toe bijgedragen dat ik me in de koers niet meer op mijn gemak voelde op de motor. Ik laat het nu liever aan de jongeren over.”
Markt 43, 9700 Oudenaarde
Alle dagen open van 10 tot 18 uur. Alleen gesloten op kerstdag en 1 januari.