Sport is van alle tijden, net als de wil om te winnen. En dus is fraude nooit veraf. Gelukkig bestaan er instanties die het gebruik van verboden middelen actief tegengaan. Onder het motto ‘beter voorkomen dan genezen’ strijden Marc Van der Beken en zijn collega’s bij NADO Vlaanderen dagelijks voor een dopingvrije sport. “Ik heb een vol uur ingepland voor het interview, want wanneer ik over ons vak begin te praten, ben ik nauwelijks te stoppen”, lacht Marc wanneer hij ons begroet in het NADOkantoor in Brussel. Zelfkennis is het begin van alle wijsheid, en dus nemen we vol verwachting plaats tegenover een gepassioneerde man die de antidopingstrijd in Vlaanderen discreet en met het grootst mogelijke respect voor onze top- en breedtesporters in goede banen leidt.
Marc Van der Beken: “Ik probeer zelf zo weinig mogelijk in de aandacht te komen, maar voor jullie maak ik graag een uitzondering. Want het mag weleens gezegd worden dat hier achter de schermen enorm goed en hard gewerkt wordt. Wat wij doen, is een van de belangrijkste fundamenten van de Belgische sport: het vrijwaren en garanderen van de zuiverheid, de fair play en het zogeheten level playing field. Kortom: wij proberen ervoor te zorgen dat alle atleten over dezelfde mogelijkheden beschikken om te presteren op basis van hun genetisch potentieel, los van externe factoren zoals training, materiaal, financiële middelen enzovoort. Wij vervullen met andere woorden een erg belangrijke rol, al wordt die helaas nog altijd onderschat. Vandaar dat we blijven inzetten op educatie en alle nuttige info op een helder manier bundelen via een overzichtelijk nieuwe website: dopingvrij.vlaanderen.”
“Lang niet door iedereen, maar sommigen zien ons nog steeds als rotte appels die de sport kapotmaken. Die hardnekkige negatieve perceptie is volkomen onterecht, want voor alle duidelijkheid: wij zijn voor de sport, niet tegen de sport! Het frustreert me wel dat we nooit op een positieve manier in het nieuws komen. Enkel wanneer een bekende atleet verwikkeld raakt in een dopingschandaal weet men de weg naar ons te vinden, maar voor het overige worden we doodgezwegen. Vandaar dat het geen kwaad kan om nu en dan eens uit te leggen wat we precies doen, hoe we te werk gaan en waarom instanties als NADO Vlaanderen broodnodig zijn in de hedendaagse sport. Als de buitenwereld ons niet de erkenning geeft die we verdienen, moeten we het zelf maar doen (knipoogt).”
“Qua activiteiten op het terrein – het aantal controles in verhouding tot de populatie en het aantal topsporters – behoren we tot de mondiale top. Ter illustratie: we voeren jaarlijks circa 4.000 controles uit, terwijl dat er in de Verenigde Staten 12.000 zijn. Dat plaatst ons op het niveau van Nederland en de Scandinavische landen. Al wil dat natuurlijk niet zeggen dat er geen ruimte is voor verbetering. Ons budget en personeelsbezetting zijn al twintig jaar ongewijzigd, wat wringt met ons steeds ruimer takenpakket. Zo moeten we ook controles buiten competitie uitvoeren, atleten monitoren aan de hand van het bloedpaspoort en inzetten op educatie, preventie en sensibilisering. Het is dus een complexe evenwichtsoefening om al die taken zo goed mogelijk uit te voeren en ons krappe budget zo efficiënt mogelijk te besteden.”
“Laat me allereerst een populair misverstand ontkrachten: het wielrennen is niét de meest ‘besmette’ sport ter wereld. Atletiek spant de kroon, op de voet gevolgd door gewichtheffen en boksen. Dat is natuurlijk ooit anders geweest, maar sinds de jaren 90 en de beruchte Festina-Tour van 1998 (de rechtstreekse aanleiding voor de oprichting van het wereldantidopingagentschap WADA, red.) heeft het wielrennen een enorme weg afgelegd. De renners zijn zelf vragende partij geweest om het antidopingverhaal beter te omkaderen en ook vandaag worden er nog steeds veel inspanningen geleverd om het wielrennen zo zuiver mogelijk te houden. Zo investeren Belgian Cycling (en bij uitbreiding dus ook Cycling Vlaanderen) jaarlijks meer dan 200.000 euro in extra dopingcontroles! Jammer genoeg sleept de wielersport die kwalijke reputatie van weleer nog altijd met zich mee, al kunnen we dat natuurlijk ook bekijken als een permanente stok achter de deur om de koers zo zuiver mogelijk te houden. Elke mooie prestatie per definitie in vraag stellen is uiteraard te kort door de bocht, maar waakzaamheid is en blijft geboden.”
“We voeren zowel controles binnen competitie als controles buiten competitie uit, waartussen de verhouding fifty-fifty is. Buitencompetitiecontroles zijn enkel voorbehouden voor elitesporters. In competitie focussen we voor 80% op de elitecategorie en reserveren we 20% van onze testcapaciteit voor jeugd- en amateursporters. Dit laatste is een bewuste keuze, want ik vind het erg belangrijk om ook op lager niveau actief te zijn. Enkel zo kunnen we verhinderen dat er bij de jeugd een foute cultuurin stand gehouden wordt door oudere begeleiders die het in hun tijd niet zo nauw namen met de dopingregels. Dat ‘contaminerend effect’ willen we aan de bron aanpakken en uitroeien. Dat er de laatste jaren nagenoeg geen positieve gevallen te noteren vielen in het officiële circuit en dat er vooral misbruik gedetecteerd werd in de nevenbonden, sterkt me in de gedachte dat we de juiste weg bewandelen.”
“Urinecontroles zijn standaard voor iedereen. Daarbij leveren sporters een urinestaal af, dat ze eigenhandig overgieten in een A-flesje en een B-flesje voor de eventuele tegenexpertise. Daarnaast voeren we tevens occasionele bloedcontroles uit bij elitesporters in functie van het bloedpaspoort of specifieke target-testing in het geval van abnormale schommelingen van hun bloedwaarden. Belangrijk om weten is dat we bij controles in competitie steevast kiezen voor een-op-een begeleiding door een chaperon, die de renner in kwestie persoonlijk op de hoogte brengt en alle benodigde info verschaft na het overschrijden van de finish, en dat alle controles via een gestandaardiseerde procedure verlopen. Hoe dat precies in zijn werk gaat, staat in detail beschreven op de website dopingvrij.vlaanderen. Daar vind je tevens extra uitleg over de aandachtspunten en de rechten en plichten van gecontroleerde sporters.
“Per kwartaal stellen we een ‘testdistributieplan’ op, op basis van de wedstrijdinformatie van de verschillende sportfederaties, een risicoanalyse (welke sporten zijn gevoelig voor misbruik), de populariteit van de sporten, de financiële middelen die we kunnen vrijmaken en onze jarenlange ervaring. Dat is een gigantische puzzel die we iedere drie maanden samen met onze artsen en onze budgetbeheerder moeten leggen. We viseren geen specifieke atleten, tenzij we belastende informatie hebben over een bepaalde sporter. Zo werken we ook samen met het Pharma & Food Crime Platform van de federale politie (de voormalige hormonencel).”
“We maken deel uit van de vaste omkadering van een koers, want antidopingmaatregelen horen nu eenmaal bij het hedendaagse wielrennen. Zeker profs kijken niet meer op van een controle meer of minder. Onze manier van werken is gemeengoed in het peloton. Dat is mede te danken aan Belgian Cycling, dat junioren sinds een aantal jaar verplicht om een provinciale bijscholingrond dopingvrije sport te volgen vooraleer ze in competitie treden. Geen overbodige luxe, want 50% van de positieve controles is te wijten aan onwetendheid. Vandaar dat we blijven inzetten op educatie en alle nuttige info op een heldere manier gebundeld hebben op een overzichtelijke nieuwe website (dopingvrij.vlaanderen).”
“Onze ‘doping control officers’ en chaperons krijgen een opleiding wanneer ze starten, volgen een jaarlijkse bijscholing (inclusief examen) en worden van nabij opgevolgd wanneer ze actief zijn op het terrein. We vinden het erg belangrijk dat ze zich op een gepaste en correcte manier gedragen. Door de nadruk te leggen op goede communicatie, willen we ze eerder een faciliterende dan een controlerende rol laten vervullen. Het is niet de bedoeling om gecontroleerde atleten zenuwachtig te maken, integendeel! Door alles goed uit te leggen, stellen onze medewerkers de renners op hun gemak. De meeste toprenners kennen sommige van onze chaperons intussen persoonlijk. Het is uiteraard niet aangenaam om vlak na een wedstrijd een urine- of bloedstaal te moeten afleveren of voor dag en dauw een controleur over de vloer te krijgen, maar ze beseffen dat het in hun eigen belang is. Dat is nu eenmaal de prijs die we met z’n allen moeten betalen voor een eerlijke sport.”
“Ik ben er rotsvast van overtuigd dat de wielersport nooit minder besmet is geweest dan vandaag. Ik zeg uiteraard niet dat er geen doping meer is, want we moeten ook niet naïef zijn: er wordt nog steeds geflirt met de grenzenvan het toelaatbare. Het verschil is echter dat we nu veel meer middelen hebben om een eventuele dopingovertreding te detecteren en op gepaste wijze te bestraffen. Als jagers lopen we per definitie een eindje achter het wild aan, maar we hebben onze achterstand de laatste jaren sterk verkleind, net als de mogelijkheden om de regels te omzeilen. Omdat de pakkans exponentieel is toegenomen, worden er veel minder risico’s genomen en zijn excessen uiterst zeldzaam geworden. Uit de cijfers blijkt dat onze inspanningen wel degelijk hun vruchten afwerpen. Vooral de buitencompetitiecontroles hebben een heuse kentering teweeggebracht en de ruimte voor structurele dopingfraude aanzienlijk verkleind. Een atleet die het alsnog waagt om buiten de lijntjes te kleuren, zet zijn carrière en mogelijk zelfs ook zijn toekomst buiten de sport op het spel. Qua afschrikeffect kan dat tellen!”
NADO Vlaanderen – waarbij ‘NADO’ staat voor ‘Nationale AntiDoping Organisatie’ – is de overheidsinstantie die het antidopingbeleid in Vlaanderen beheert en organiseert. “Het is onze missie om elite- en breedtesporters te beschermen tegen dopingmisbruik en de gevolgen ervan”, legt Marc Van der Beken uit. “Ik sta sinds 2017 aan het hoofd van NADO Vlaanderen en word bijgestaan door een negenkoppig team, waaronder een budgetbeheerder, een jurist en twee fulltime artsen, die de buitencompetitiecontroles uitvoeren en de binnencompetitiecontroles coördineren. Deze laatste worden uitgevoerd door 25 occasionele ‘doping control officers’ (ook stuk voor stuk artsen). Daarnaast kunnen we rekenen op een 70 chaperons. Belangrijk om weten is dat we administratief gezien deel uitmaken van Sport Vlaanderen, maar dat we operationeel volledig onafhankelijk zijn. We beslissen dus autonoom hoe we ons antidopingbeleid in de praktijk brengen, op basis van de mondiale WADA-code en de Internationale Standaarden.”
• Informeer naar je rechten en plichten via de website www.dopingvrij.vlaanderen, een seminarie of een e-learningmodule.
• Vermijd onbewust dopinggebruik. Let op met geneesmiddelen en voedingssupplementen. Ga na of ze al dan niet in strijd zijn met het dopingreglement.
• Meld dopingovertredingen. Informatie over dopinggebruik in je omgeving kan anoniem doorgegeven worden.
• Gebruik geen drugs. Het is niet alleen ongezond, maar ook tegen de ‘spirit of sport’. Bovendien kan het je zelfs een dopingovertreding opleveren.
• Steun de actie ‘Clean sport’. Blijf samen met je sportfederatie(s) en medesporters ijveren voor een veilige, dopingvrije omgeving waarin je gezond en eerlijk kan sporten.