Wedstrijdofficials zijn onmisbaar voor een wedstrijd. We spraken met vijf jeugdige officials over hun takenpakket, en vooral over hoe zij de wedstrijden in verschillende categorieën en diverse disciplines beleven.
Als onze jeugdige officials één ding gemeen hebben, dan is het wel hun liefde voor de koers. Allen rolden ze als actief of passief wielerliefhebber in hun huidige rol als official. Maar als we Lukas Smet (18), Leen Massaer (37), Giel Barbry (21), Dorien Wynants (40) en Niels Van Praet (18) mogen geloven, is het vooral de leuke sfeer en het kameraadschap wat hen aantrok.
Duwtje in de rug door familie
Bij Niels Van Praet stond het in de sterren geschreven dat hijofficial zou worden. “Mijn vaderen twee nonkels zijn nationaalofficial, dus ergens was het logisch dat ik stilaan in hun voetsporen zou treden. Ironisch genoeg mocht ik zelf nooit koersen van thuis, maar ik fiets wel veel”. (Toen we Niels opbelden, was hij net met vrienden rondjes aan het maken op de wielerbaan van Oostende, nvdr.). “Na de eerste kennismaking was ik direct verkocht. Het official zijn geeft me meer dan genoeg voldoening om een gemist avontuur als renner te compenseren”, vertelt Niels. Hij vervulde als jonge knaap sinds 2018 een aantal taken als operator. Na zijn 18de verjaardag en na het slagen voor het examen is hij ook echt official.
“Het official zijn geeft me meer dan genoeg voldoening om een gemist avontuur als renner te compenseren.” Niels Praet
Giel Barbry was dan weer een verdienstelijk jeugdrenner. “Omwille van mijn studies ben ik na een carrière van tien jaar als jeugdrenner gestopt. Ik wilde wel graag in het circuit blijven. Mijn vader en grootvader waren ook actief. Dankzij hen ging ik in 2020 voor de eerste keer mee naar een clubkampioenschap waar ze me allerlei taken gaven, en dat beviel me”, legt Giel, die momenteel in zijn vijfde jaar geneeskunde zit, uit.
Een gelijkaardig verhaal horen we bij Dorien Wynants. Zij deed vanaf de leeftijd van drie jaar aan BMX. Haar grootouders beheerden een BMX-parcours en haar nonkels waren erin actief, waardoor de discipline haar met de paplepel ingegeven werd. “Bovendien waren mijn beide ouders official, mijn vader was zelfs ook nog voorzitter van de afdeling BMX”, verklaart Dorien. Ze was dus voorbestemd om (op haar beurt ook) official én voorzitter van de Antwerpse commissie MTB/BMX te worden.
Leen Massaer bewandelde dan weer een ander pad. “Dankzij mijn broer die actief was als mountainbiker, ben ik in de sport gerold. Ik was organisator van een manche in de Flanders Cup MTB, en werd er door officials warm gemaakt om de cursus official te volgen en het bijhorende examen af te leggen. Sindsdien verdeel ik mijn tijd in de koers tussen mijn taken als verzorger bij de ploeg en mijn functie als official.”
Lukas Smet kreeg eveneens thuis het voorbeeld mee, met twee koersende neven en een vader en stiefmoeder die beiden official op de motor zijn. “Dankzij mijn ouders mocht ik al vroeg meerijden in de wedstrijdwagens. Dat is niet alleen leuk om te doen, maar bovenal enorm leerrijk. Vorig jaar kondigde mijn papa aan dat de examens voor official eraan zaten te komen. Eigenlijk was ik te jong, maar uitzonderlijk mocht ik al voor mijn 18de verjaardag de twee dagen durende officialscursus volgen en meedoen aan het examen.”
Divers takenpakket
De term ‘official’ behelst een divers takenpakket. Verschillende functies zijn specifiek verbonden aan bepaalde disciplines. Het inschrijven van de renners en het opmaken van de deelnemerslijsten is nagenoeg standaard. In de meeste disciplines is er een fotofinish. Operatoren die ondersteuning bieden bij technische installaties en IT-voorzieningen zijn ook steeds aanwezig. Sinds er met transponders gewerkt wordt, heeft die taak nog aan belang toegenomen. Naast een aantal algemeenheden, vereist bijvoorbeeld het veldrijden specifiek iemand die de controle behoudt over de materiaalpost. Bij het BMX is er een track manager, bij wegwielrennen zijn er jurywagens en een official op de motto. De technische controles van het materiaal zijn ook afhankelijk van de discipline. Alsook zorgen de verschillende leeftijdscategorieën er nog eens voor dat het verloop van de wedstrijd er helemaal anders kan uitzien.
“Net dat totaalplaatje spreekt me zo aan!” Giel Barbry
Ambitie om door te groeien
Lukas weet dat hij nog in het begin van een groeipad zit. “Ik ben momenteel regionaal official, en zie mezelf nog wel doorgroeien naar de functie van nationaal official. Het zou mooi zijn om als official moto bij mijn vader achterop mee te rijden in wedstrijden. Ik leer nog in elke wedstrijd bij en vind alle taken en categorieën even boeiend. Uiteraard droom ik ervan om een rol te spelen in de grote voorjaarsklassiekers, maar laat me eerst maar ervaring opdoen in de interclubs en grotere jeugdwedstrijden.”
”Ik leer nog elke wedstrijd bij en vind alle taken en categorieën even boeiend.” Lukas Smet
Ook Giel tempert zijn ambitie nog. “Ik ben ambitieus en wil op termijn doorgroeien, maar wil eerst nog een tijdje in het regionale circuit blijven. Dat niveau vormt immers de basis van alles, en is de start voor iedereen die er ooit van droomt om renner te worden, of die het ooit effectief wordt. Wat dat betreft, vind ik de juniorencategorie het meest boeiend. Er wordt gretig maar toch al slim en tactisch gekoerst. Daarbovenop gebeurt er zo veel in een wedstrijd waardoor je jezelf als official nooit verveelt. Momenteel doe ik zo’n 25 à 30 wedstrijden per jaar. Veelal op de weg, en af en toe ook op de piste. Dat laatste is ook leuk, maar zeker niet eenvoudig. Voor mij is een functie als official minder tijdrovend dan zelf te koersen, en een leuke afwisseling voor de vele uren die ik achter mijn bureau spendeer”.
“Het is dan ook een stille droom van mij om ooit als official naar de Olympische Spelen te mogen.” Dorien Wynants
Dorien staat wat dat betreft al wat verder. “Ik trok al naar Madrid voor een UCI-cursus. BMX is nog steeds ‘mijn’ discipline. Omdat er de afgelopen jaren in België al heel wat grote internationale wedstrijden hebben plaatsgevonden, heb ik het geluk gehad om heel mooie ervaringen op te doen. Het is dan ook een stille droom van mij om ooit als official naar de Olympische Spelen te mogen”, biecht Dorien op.
Leen daarentegen is omwille van haar dubbele rol minder ambitieus. “Ik moet mijn vrije tijd wat verdelen, en ben blij dat ik kan doen wat ik kan doen. Ik ga heel graag naar de koers en kan mijn verschillende interesses combineren. Mijn steentje kunnen bijdragen, geeft me voldoening, net zoals de dankbaarheid die ik krijg wanneer ik problemen kan uitklaren. Wel vind ik het jammer dat ik omwille van mijn job in de onderwijssector zelden in aanmerking kom om rittenkoersen te doen.”
“De dankbaarheid die ik krijg wanneer ik problemen kan uitklaren geeft me voldoening.” Leen Massaer
Niels wil het tot nationaal official schoppen. “Dat is zeker mijn doel. En indien ik de kans krijg, wil ik ook doorgroeien naar het internationale niveau, maar dat blijft voorlopig nog meer een droom. Nu amuseer ik me. De boeiendste wedstrijden zijn die van de junioren en de elites zonder contract, maar ook de U15 vind ik mooi om te zien. De afgelopen jaren zag ik Remco Evenepoel, Ilan Van Wilder en Ide Schelling doorgroeien vanuit de jeugdcategorieën”. Niels is terecht trots dat hij zijn steentje heeft kunnen bijdragen door er voor te zorgen dat jeugdige talenten hun wedstrijden konden rijden.
Op de eerste rij
Uit de verhalen van de vijf officials komt steeds een vorm van dankbaarheid naar boven. “Als official volg je een wedstrijd vanop de eerste rij”, legt Lukas uit. “Dankzij de interne communicatie tussen de verschillende jurywagens weet je precies wat er gebeurt tijdens de wedstrijd”. Met het koersbloed dat nog door zijn aderen stroomt, verkiest collega Giel ook een plaats in één van de wedstrijdwagens om de wedstrijd van zo dichtbij mogelijk mee te maken. Maar als official zit je niet alleen tijdens de wedstrijd met je neus op de koers. “We houden feeling met de sport en voelen onszelf een onderdeel van het geheel”, duidt Dorien. “Daarom doe ik ook graag de inschrijvingen”, vult Leen aan. “Zo zie je alle renners één voor één passeren. Ook voor Niels is het contact met de renners een mooi aspect van het official zijn. Net zoals de samenhang binnen het college van officials, want als official steun je met het voltallige college op elkaar.
“Als official volg je een wedstrijd vanop de eerste rij.”
Wisselwerking tussen jong en oud
“Ik werd meteen warm onthaald door de oudere collega’s”, vertelt Niels. “Ze geven vaak tips waar ik veel van opsteek. “De wisselwerking tussen verschillende generaties zorgt voor een complementair geheel”, weet Lukas daarover. “De jongeren kunnen vaak een meerwaarde bieden op vlak van informatica, omdat ze daar nu eenmaal mee opgegroeid zijn, bovendien hebben ze vaak frisse ideeën om bepaalde processen te optimaliseren. Maar de ouderen hebben dan weer de ervaring die van onschatbare waarde is”, geeft Dorien toe. “Er is zo’n diversiteit aan functies, dat iedereen ongeacht zijn of haar achtergrond of leeftijd iets kan betekenen. Voor sommige wedstrijden zijn tot dertien verschillende officials nodig”, besluit Dorien met een stille hint naar potentiële geïnteresseerden.